Brieven over de esthetische opvoeding
Friedrich Schiller (1759-1805) deed in een serie brieven uit de doeken wat hij voor zich zag als grote waarde van de opvoeding voor de mens. Drie krachten zag hij aan het werk: de 'Sach-trieb', de 'Form-trieb' en de 'Spiel-trieb'.
In vergelijk met een spel knikkers: De knikkers zijn het materiele stuk, de zaak. Evenals onze drift om er iets mee te willen doen. Deze wil kan chaotisch zijn en verwoed. Tijdens het spelen bedenken we regels, (Form-trieb). We overleggen hoe we het beste kunnen spelen. Als we alleen in de regels blijven hangen komt er van spelen niet veel terecht. We kunnen zelfs in onenigheid terechtkomen over de regels. Als de regels duidelijk zijn en ook de animo voor het spelen er is, dan komen we in het échte spelen (de Spieltrieb). De heerlijke wijze van met elkaar creëren. Het werkelijke spelen. Daar leven we in het hart, ons eigen element, in plezier en harmonie. De dingen stromen en we kunnen ons geïnspireerd voelen.
Zowel een te sterk bepalen vanuit het hoofd (Formtrieb), of het alleen maar blind handelen, zonder visie (Sachtrieb) leidt beide in veel gevallen tot stagnatie of chaos, tot onvrijheid. In de spieltrieb komen we in de harmonie, en in de verbinding met ons eigen hart en zijn.
Schiller stelt dan ook: 'De mens is alleen mens als hij speelt, en alleen als hij speelt is hij in de volle zin mens!'
Friedrich Schiller